AGOGIE:
DRAAIBOEK
ENGAGEMENT
INHOUDSOPGAVE
1. Motivatie 3
2. Aanpak 4
2.1. Structureel en
organisatorisch 5
2.1.1. Enkele voorwaarden voor een engagementsvolle school 5
2.1.2. De structuur van de school 5
2.2. In het leerplan… 7
2.3. Werkvormen 8
3. Bronnen 9
4. Bijdrages 9
ENGAGEMENT
... is actief kiezen
... is energie vrijmaken
... is zorgen dat ze op je kunnen rekenen
... is in de bres springen
1. Motivatie
(bondige omschrijving van de
problematiek)
De
ellende dringt dagelijks op een onontkoombare manier via de media onze
huiskamers binnen. Verdwijningen, overstromingen, burgeroorlog, kanker, aids,
ebola,… Je kunt niet voorbij aan de afschuwelijke beelden, maar je voelt je
machteloos. Jouw hulp is toch maar een druppel op de hete plaat? Op de duur
raak je zelfs gewoon aan de gruwel. Zijn mensen vandaag dan minder
aanspreekbaar en egoïstischer? Allicht niet. We zijn beter op de hoogte van wat
zich wereldwijd afspeelt, maar we kunnen de stroom informatie niet meer volgen,
laat staan erop inpikken om de nood te lenigen. Bovendien zorgen de sociale
leefomstandigheden ervoor, dat men minder geneigd is om rechtstreeks te helpen,
maar eerder indirect door steun aan allerlei initiatieven en organisaties.
De
opmars van de communicatiemedia biedt nieuwe kansen om de solidariteit vorm te
geven, met alle voor- en nadelen eraan verbonden. De tele-liefdadigheid deed
haar intrede. Caritatieve acties als “Live Aid” of tv-acties als “Levenslijn”
en “Kom op tegen kanker” zetten vergeten groepen in de kijker en brengen
gigantische bedragen bijeen. Ze smeren de ellende breed uit over het scherm en
koppelen liefdadigheid aan amusement. Sensatie is soms niet veraf. Je kunt je
stem betuigen via een telefoontje, een deelname aan een schrijfactie, een
overschrijving. Sommige storten met goede bedoelingen. Anderen niet: marketing
en reclame. Medelijden op basis van sentiment is vluchtig, liefdadigheid op
grond van berekening is koud en onverschillig. Van op afstand geven kan
waardevol zijn, maar snijdt niet in je eigen vlees. Vormen van engagement zijn
nodig
waarbij je elkaar van mens tot mens bejegent en elkaar letterlijk in de ogen
kijkt.
Engagement
moet gekoppeld zijn aan een manier van leven, een soort van lotsverbondenheid,
waarin de jongere zich bewust is van zijn eigen mogelijkheden en grenzen in het
engagement.
Engagement
gaat om recht doen, en onrecht durven aanklagen. Het gaat om weerwerk bieden
aan bepaalde wantoestanden, en ook om het grondig kennen van die wantoestanden.
In
het onderwijs moeten we dus streven naar barmhartigheid en gerechtigheid.
Barmhartigheid:
Jezelf laten raken door het lot van de andere, actief mede-lijden, jezelf
identificeren met de andere, hem nabij zijn. Gerechtigheid: De ander recht
doen, hem geven waar hij recht op heeft. Erkenning en waardering voor de
andere, emancipatie van de andere.
2. Aanpak
Allereerst
willen we zeggen dat, om tot engagement te komen, het belangrijk is dat de
leerling zichzelf goed voelt in zijn vel. Immers, wanneer iemand zijn eigen
problemen niet heeft opgelost, kan hij nooit die van de ander aan.
Daarom pleiten we voor een gebruik van het tempelschema in het onderwijs.
Via ervaringsgerichte dialoog, milieuverrijking en leerlingeninitiatief, komen
we tot welbevinden en betrokkenheid bij de leerlingen. Pas dan kan er
emancipatie zijn en dat is van groot belang voor elke soort van engagement.
Welbevinden en betrokkenheid
Jongeren die problemen hebben thuis, gepest worden,…
gaan het moeilijk hebben om ook nog de energie op te brengen zich te engageren
voor andere dingen. Daarom moet er binnen een school gewerkt worden aan
welbevinden.
Welbevinden hangt samen met betrokkenheid. Jongeren
lopen meestal heel lang school en daardoor ontstaat er vaak een groot verschil
tussen scholen voor kinderen van bemiddelde en onbemiddelde ouders. Er zijn ook
meer zittenblijvers en veel jongeren lijden onder de stress. De jongeren
ervaren de school nog dikwijls als iets vreemds, als een plek waar ze gewoon 8u
per dag moeten zitten. Als die afstand er is, is er niet echt betrokkenheid.
Daarom moet de school proberen jongeren zich thuis te doen voelen op school
door allerlei initiatieven die we hierboven al hebben beschreven. Dan zal hun
betrokkenheid automatisch stijgen. De leerlingen zullen meer zin hebben om mee
te doen met allerlei activiteiten. Hier ligt dus nog een belangrijke taak
weggelegd voor de school.
Solidariteit
Bovenstaande zaken dienen dus vooral om engagement
te promoten. Echt engagement gaat echter altijd samen met solidariteit. Dan pas
komt het echt vanuit jezelf.
Solidariteit is opkomen voor de rechten van
achtergestelden of mensen die in moeilijkheden zitten. Heel belangrijk is dat
je hier beseft dat je het probleem niet voor die mensen moet oplossen! Je moet
die mensen net de mogelijkheid geven om zichzelf te helpen. Daarom hoor je hen
de nodige ruimte te bieden. Echte hulp wil dus zeggen dat de mensen in
problemen op de duur zelf in staat zullen zijn hun problemen op te lossen.
Afhankelijkheid moet in elk geval vermeden worden!
2.1
Structureel/organisatorisch
De
school moet een minimaatschappij zijn waarin jongeren en volwassenen elkaar als
individuen en in groep ontmoeten. Mensen dragen er elke dag spontaan zorg voor
elkaar. Die kleine attenties bepalen de schoolcultuur. De preventieve aanpak
van zaken als vandalisme en pesten, verraden welke cultuur er hangt op een
school.
Wanneer
alle leerlingen gelijke kansen krijgen om een evenwichtige groei naar
volwassenheid door te maken en een brede algemene vorming te krijgen, spreekt
men van een open school. Een school waarin volwassenen en jongeren
geïnteresseerd zijn in elkaars belevingswereld. Een school waarin je recht hebt
om een individu te zijn met jouw kwaliteiten en vaardigheden en waar je de
plicht hebt om samen mens te zijn. In die kleine maatschappij, kan de jongere
langzaam het evenwicht zoeken tussen individualisering en maatschappij. Ook
angst is uit den boze op deze school, vragen en bedenkingen van de jongeren
worden serieus genomen. Zo leren leerlingen de grondregels van de samenleving.
De school is een spiegel voor die samenleving, een authentiek venster op de
wereld, dat inzicht biedt in de structuur van de maatschappij, en dat antwoordt
op (levens)vragen van de leerlingen vanuit een principe van ZORG voor de ander,
veraf of dichtbij.
2.1.1 Enkele voorwaarden voor een
engagementsvolle school
-
Een
sterke structuur
-
Een
grote inzet van de betrokken. Leerkrachten zouden tijd binnen hun lessenrooster
moeten krijgen om aan engagement te werken.
-
Overleg
en participatie: tussen de leerkrachten, leerlingen, over alle vakken heen.
-
Engagement
op alle niveaus!
-
Leerlinggericht
denken: de leerlingen opvoeden tot zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
2.1.2 De structuur van de school:
1.
Visie
-
Leerlingen
vormen tot kwaliteitsvolle mensen met een brede interesse in maatschappij en
cultuur
-
Een
venster op de wereld bieden
-
Die
wereld binnenhalen wanneer dat mogelijk is
-
Zo
realiteitsgericht mogelijk werken
2.
Dragend “team” van de
school (directie, pedagogische begeleiders…) moeten de leerkrachten oproepen om
geëngageerd in het leven te staan, om een open blik te hebben. Dit kunnen ze
doen door:
-
Elke
maatschappelijk engagement van leerkrachten aan te moedigen en te waarderen
-
Zelf
een voorbeeld te geven hierin
-
Initiatieven
te steunen die engagement binnenbrengen op school (een verkoop-moment van
wereldwinkelproducten, een schrijfactie voor Amnesty International,…)
-
Actualiteit
centraal te stellen
o
Kranten
in de leraarskamer leggen
o
Leerkrachten
stimuleren om in de klas actueel te werken
3. Infrastructuur van de school moet hiertoe bijdragen:
-
De
leerlingen letterlijk ruimte geven om zich te ontplooien
-
Genoeg
vensters op de buitenwereld bieden (computers, aanzetten tot inspraak, …)
4. Leerkrachtenteam moet engagement “promoten” tegenover de
leerlingen. Dit kunnen ze doen door:
-
De
leerlingen te stimuleren open te staan voor de wereld
-
Activiteiten
buiten het schoolse leven te stimuleren
o
Studentenraad
o
Cultuurwerkgroepen
o
Milieuwerkgroepen
-
Leerlingen
die zich engageren buiten de school aan te moedigen hierin, en hen een “podium”
aan te bieden als ze er om vragen.
o
Leiding
op speelpleinen, jeugdbewegingen, sportclubs …
o
Leerlingen
die zich inzetten voor allerhande NGO’s
-
Actualiteit
centraal te stellen in de lessen, en die actualiteit ook ethisch te analyseren,
om zo het “raakvlak” bij de leerlingen te vergroten.
-
De
leerlingen door gerichte opdrachten te laten proeven van engagement
-
Open
te staan voor initiatieven en ideeën van de leerlingen
-
De
werkelijkheid zo dicht mogelijk bij de leerlingen te brengen.
-
Een
wijgevoel te creëren door veel vrijwilligerswerk in het onderwijs zelf,
engagement voor het welzijn van de school
-
Creatief
bezig te zijn met engagement: uitdagen om originele ideeën te vinden.
-
Het
engagement te koppelen aan animerende activiteiten. De animatie trekt jongeren
aan en kan hen aanzetten tot echt engagement.
-
Werkgroepjes
die zich op iets kleinere schaal inzetten, op te starten.
-
engagement
“cool” maken: dan voelen de jongeren zich meer aangesproken mee te doen.
5.
Betrekken van de ouders
bij engagementen:
-
Ouders
aanmoedigen om in te spelen op actualiteit en dergelijke
-
Ouders
betrekken bij vrijwilligerswerk ten bate van de school (opdienen op
spaghettiavond, helpen bij het schilderen van een klas, …)
-
Ouders
aanmoedigen om zelf met initiatieven naar de school te stappen
-
Ouders
aanmoedigen om over eigen initiatieven te komen vertellen in de klassen.
2.2
In het leerplan…
Hieronder volgen enkele doelstellingen die bereikt kunnen worden als
men werkt rond engagement in de klas. Wij hebben vooral gelet op
vakoverschrijdende eindtermen, omdat ons dat, op schoolvlak, het interessantst
en het meest relevant leek.
Opvoeden tot burgerzin
Eerste graad: De
leerlingen kunnen op een verdraagzame manier omgaan met verschillen in
geslacht, huidskleur en etniciteit.
Tweede graad: herkennen
vooroordelen en discriminerend optreden bij zichzelf,bij anderen en in de
media.
Derde graad:kunnen
met enkele voorbeelden aantonen dat de mondiale dimensie in onze samenleving steeds
explicieter wordt op o.m. politiek, economisch en cultureel vlak en dat deze
evolutie voordelen biedt maar ook problemen en conflicten oplevert.
Sociale vaardigheden
Eerste graad: De
leerlingen kunnen respect en waardering voor anderen opbrengen: de eigenheid van
medeleerlingen accepteren en waarderen.
Tweede graad: De
leerlingen accepteren verschillen en hechten belang aan respect en zorgzaamheid
binnen een relatie.
Derde graad: De
leerlingen ontdekken de voor- en nadelen van verschillende relatievormen in
verschillende contexten en maken op basis daarvan keuzes.
Muzisch - creatieve vorming
Tweede graad: De
leerlingen exploreren muzisch-creatieve uitingen zoals muziek, toneel,
literatuur, dans, schilder- en bouwkunst, design, interieurs,mode en kleding, gebruiksvoorwerpen enz. als elementen
die het cultuurbeeld van een gemeenschap mee bepalen: als
statussymbool, als uiting van een persoonlijke esthetische smaak of als
functioneel element.
Gezondheidseducatie
Derde graad: De
leerlingen tonen respect voor zichzelf en anderen zoals personen met een andere
geaardheid, uit andere etnische groepen, uit andere culturen en met andere
denkwijzen en overtuigingen.
Milieueducatie
Tweede graad: De
leerlingen beseffen dat mensen met andere historische, socio-economische of
culturele achtergrond de natuur en een landschap anders kunnen ervaren.
Derde graad: De
leerlingen hebben bij het kopen van goederen en verbruiken van diensten oog
voor nieuwe milieuvriendelijke alternatieven of kleinschalige initiatieven in
het kader van een duurzame ontwikkeling.
2.3
Werkvormen
1.
Expliciete
actie voor een goed doel (met bewustwording –achtergrond getuigenissen- en
concrete inzameling). Die actie moet dan wel voorbij de “symptoombestrijding”
gaan, moet de kern van de zaak aanpakken.
2.
Les
over “inzet”. Nagaan van “drijfveren” die een rol spelen: Hoe echt is mijn
inzet? Hoe zuiver is mijn drijfveer?
3.
Les
over maatschappelijke structuren, en de individuele noden die deze structuren
veroorzaken. Zorgen voor bewustzijn bij de leerlingen, maar ook zorgen dat ze
hiernaar spreken en handelen (en het dus niet meer hebben over “ze hebben het
zelf gezocht, ze willen niet, …”)
4.
Tele-liefdadigheid
analyseren en bespreken
5.
Verplicht
vrijwilligerswerk in een instelling naar keuze. Bespreking en voorbereiding
hiervan.
6.
Les
geven over verschillende problematieken en dan samen met de jongeren een manier
uitdenken om die problematieken aan te pakken in de praktijk.
7.
School inrichten door dit op te hangen:
o
ecologische kunstwerkjes door de
leerlingen gemaakt
o
een brief van Amnesty International
o
tekeningen die de veiligheid op school
en vreedzaam samenleven uitdrukken
o
foto's van de laatste verkoop van
bloembollen
8. Verkopen van blikjes aan een publiek recyclagebedrijf
9. Inzameling van fluostiften (in sommige landen mogen fluostiften
mogen niet bij het gewone afval)
10. Wereldmaaltijd,
‘honger’maaltijd
11. Mondiale
dag(en)
12. Workshop
Capoeira
13. Wereldwinkel
op school
14. Creatieve
expressie onder leiding van een graffitikunstenaar
15. Theatervoorstelling
16. Films: Pay it forward, Damiaan, City of Joy, Dead
Poets Society, …
17. Educatief
lesmateriaal van Kleur Bekennen.be:
o
op basis van onderwerp
§
afval, armoede, beeldvorming, diversiteit, eerlijke
handel, geweld, kindsoldaten, lichaamsversiering, multiculturele samenleving,
pesten, regenwoud, schuldenlast, textiel, vluchteling, vooroordelen, …
o
op basis van land/continent
§
Albanië, Benin, Sahara, …
o
op basis van onderwijsniveau
§
basisonderwijs, jeugdwerk, lerarenopleiding,
volwassenenonderwijs, …
o
op basis van materiaalsoort
§
cassette, CD-rom, dia’s, DVD, foto’s, koffer,
kookboek, lesmap, spellenboek, video, …
18. …
3. Bronnen
-
“Ik zal er zijn voor u, de
school gezonden om te dienen”, Vlaams secretariaat van het Katholiek Onderwijs,
Brussel, juni 2002
-
Deckers,
W., in Mensen onderweg, 1996/10,p. 27
-
Gesprek
met John Maes over aanscherpen van engagement op de lerarenopleiding Vorselaar
-
www.kleurbekennen.be
4. Bijdrages
Annemieke: interview met leerkracht
van BO rond onderwerp, informatie verwerkt rond onderwerp, interview John Maes,
4x aanwezig op bijeenkomsten, video presentatie gemaakt, lesplan uitgetypt voor
presentatie
Sarah: informatie verzameld rond onderwerp, scholen
gecontacteerd, informatie verwerkt rond onderwerp, interview John Maes, 4x
aanwezig op bijeenkomsten, laatste verbetering draaiboek
Sara: informatie verzameld rond
onderwerp, informatie verwerkt rond onderwerp, opstellen eerste “geraamte”
draaiboek, interview John Maes, 4x aanwezig op bijeenkomsten, knutselen voor
presentatie, afwerking draaiboek