Katholieke Hogeschool Kempen – Departement Lerarenopleiding Vorselaar
Opleiding Leraar Secundair Onderwijs – Groep 1
Lepelstraat 2 – B 2290 Vorselaar
Tel +32 (0)14 50 93 42 - Fax +32 (0)14 50 93 44 - E-mail: [email protected]
Jan Van Thielen KVR-instituut
Vorselaar
1
Wie? Wat? Waar? Wanneer? Hoe?
1.1
inleiding
Je hoort vandaag de dag meer en meer jongeren beweren dat zij later hun kinderen strenger zullen opvoeden dan de manier waarop hun eigen generatie opgevoed werd. Wanneer we het verleden bestuderen komen we op de meest uiteenlopende vlakken de zogenaamde ‘jojo – beweging’ tegen. Trends herhalen zich, het verleden herhaalt zich, … Misschien hebben we het uiteinde van de rek bereikt en rolt de jojo zich nu langzaam maar zeker terug op?
Het lijkt er inderdaad op dat de laatste jaren een aantal grenzen overschreden werden. Jongeren kwamen gewapend naar school en bedreigden en verwondden leerkrachten, de speelplaats veranderde op sommige scholen in een openbare veiling voor drugs. In het buitenland is de situatie nog erbarmelijker. In Ney York en Birmingham bewaken bodyguards de gangen, in Frankrijk werd al meermaals het leger ingeschakeld om toezicht te houden op sommige scholen, een aantal leerkrachten liet zelfs het leven na incidenten met leerlingen.
Op sommige vlakken zijn we de gulden
middenweg voorbijgereden, het is tijd om bij te sturen en te komen tot een
beter evenwicht tussen inspraak en afspraak.
1.2
enkele feiten op een rijtje
Leerkrachten willen goed les kunnen geven: kennisoverdracht, leren leren, kritisch na leren denken, aandachtig leren luisteren, de eigen mening kunnen verwoorden,… Kortom, ze willen in eerste plaats de intellectuele ontwikkeling van de leerlingen stimuleren.
Dit is natuurlijk ook de voornaamste taak, maar veel arbeidsvreugde in dit mooie beroep gaat verloren door ordeverstoring door leerlingen. Enkele feiten op een rijtje:
- 65% van de leerkrachten maakt zich zorgen over de discipline in de klas
- niet kunnen omgaan met probleemgedrag is een belangrijke oorzaak van ziekte, het niet meer zien zitten en vroegtijdig opgeven van de onderwijsloopbaan.
- discipline en probleemgedrag van leerlingen wordt meer en meer als probleem nummer één genoemd.
- ook de leerlingen zelf hebben er last van. Hun aandacht wordt verstoord, ze voelen zich niet veilig op school, de leerkracht kan hen niet beschermen tegen pesten, …
1.3
tucht op school
Alles draait dus rond
tucht. Maar wat is dat nu juist, die zogenaamde tucht? Daar heeft iedereen een
eigen opvatting over. Sommige ouders vinden dat ze te weinig te zeggen hebben
over hun eigen kind en gaan op zoek naar een strenge school. Anderen vinden dat
het niets te maken heeft met streng zijn, maar met het maken van duidelijke
afspraken. Nog anderen vinden dat tucht te maken heeft met een gestuurd
leerproces, zij sturen hun kind naar een school waar leren sterk gestuurd
wordt. Zij stellen vast dat hun kind faalt wanneer het teveel vrijheid krijgt
binnen zijn of haar leerproces.
Er is echter wel één gemeenschappelijk punt waar iedereen het over eens is. De basis moet steeds respect zijn. Er moeten regels zijn maar die zijn alleen nuttig als ze gemaakt worden op basis van respect. Ieder kind beseft dat papiertjes gooien in de klas niet kan, het is een kwestie van respect voor de andere. Problemen ontstaan maar als discipline moet worden afgedwongen. Leerlingen merken het wanneer een leerkracht vanuit respect voor hen afspraken maakt, dan wordt het wederzijds. Dit wil ook zeggen dat het in samenspraak moet gebeuren met elkaar. Een gulden middenweg tussen inspraak en afspraak is dan een must. Volwassenen zijn vaak bang voor de inspraak van kinderen en jongeren. Maar die zijn echt wel vatbaar voor rede. Als ze begrijpen waarom ze iets moeten of niet mogen, dan volgen ze dat. Tegelijk moeten regels steeds in vraag gesteld worden. Tucht, straffen, discipline … het helpt allemaal niets als de zin ervan niet duidelijk is of als het systeem achterhaald is.
2 oorzaken
2.1
inleiding
Het is gek maar leerkrachten maken heibel bij sommige leerkrachten en bij andere leerkrachten niet. Hoe komt dit? Wel leerlingen halen ergens het signaal vandaag dat het ‘bij deze leerkracht kan.’ Ze lijken te ruiken bij welke leerkracht het zal lukken. Het totaalbeeld dat tot stand komt bestaat uit veel facetten, sommige facetten kan je als leerkracht beïnvloeden, andere dan weer niet.
2.2
omgevingsfactoren die ontucht in de hand werken
Allereerst zijn er factoren die de stemming van de klassengroep beïnvloeden maar waar je als leerkracht weinig tot niets aan kan veranderen: het tijdstip van de dag, gebeurtenissen de les voordien (bijvoorbeeld een leuke les L.O. brengt een uitgelaten sfeer met zich mee), de grootte van het klaslokaal (dicht op elkaar gepropt zitten geeft sneller aanleiding tot rumoer), de aard van de les (bijvoorbeeld een les chemie waarbij de leerlingen zelf experimenten uitvoeren) en de grootte van een klassengroep (in een grote klassengroep kan je jezelf beter verstoppen achter medeleerlingen).
Daarnaast mogen we ook niet blind zijn voor het feit dat onze maatschappij en dus ook het onderwijs de laatste jaren verandert zijn. Leerlingen krijgen een behoorlijke dosis stress te verwerken. Naast de aanwezigheid op school worden ook prestaties thuis, ’s avonds en in het weekend verwacht.
2.3
leerkrachtgebonden factoren die ontucht in de hand werken
Sommige leerkrachten hebben een stapje voor om de baas te zijn. De fysieke verschijning speelt zeker een rol. Leerkrachten die groot van gestalte zijn en in het bezit zijn van een zware, overdonderende stem zullen minder snel de controle binnen de klas verliezen. Dit wil niet zeggen dat deze factor allesbepalend is en zekerheid biedt. Leerkrachten die niet over een indrukwekkende gestalte of stem beschikken zijn nog niet verloren. Zij moeten het uit kleine dingetjes halen die andere leerkrachten vaak vergeten (zie hoofdstuk 3).
Deze paragraaf
verklaart waarom mannen op gebied van discipline vaak een streepje voor hebben
op vrouwen.
3 Hoe pakken we het probleem aan wanneer
het zich stelt?
3.1
voor de les
Wanneer je als leerkracht tucht en discipline in je lessen wil bekomen moet je hier al aan werken voor de eigenlijke les begint. Voor de leerlingen de klas betreden en zelfs op de speelplaats al wordt de basis hiervoor bekomen. Wanneer het daar misloopt wordt het zeer moeilijk om dit tijdens de les nog recht te zetten.
- Wanneer de leerlingen in de rij staan zorg je dat ze kalm zijn en twee rechte rijen vormen. Denk niet bij jezelf: “Ach als ze straks maar kalm zijn, ik laat ze nog even,” of “Ik ga me er nu niet druk over maken.” Als je wel op die manier handelt verlies je controle over de groep. Het is normaal dat de leerlingen nog uitgelaten zijn, de overgang van speelplaats naar klaslokaal is groot. Toch mag je hier de leerlingen niet vrij hun gang laten gaan.
- Voordat je de klas binnengaat zorg je ervoor dat alle jassen ordelijk aan de kapstokken hangen en maan je de leerlingen aan om de klas in stilte te betreden.
3.2 tijdens de les
Leerkrachten moeten de inhoud van hun lessen goed uitbouwen en voorbereiden. Maar, en leerkrachten durven wel eens anders beweren, lastig gedrag heeft zelden iets te maken met de inhouden die je overbrengt. Lastig gedrag heeft te maken met relaties.
- Sommige leerkrachten blijven wanhopig vastouden aan inhouden en hebben geen oog voor andere zaken. Je mag niet bang zijn om tijdens de pauze of na de les een gesprek aan te gaan met een weerbarstige leerling.
- Durf de inhoud al eens opzij te zetten om problemen binnen de klas te bespreken: “ Ik merk dat jullie onderling problemen hebben. We kunnen er even over praten. We stoppen de les even maar binnen 10 minuten gaan we verder met de les. De leerlingen worden niet genegeerd maar tegelijkertijd wordt duidelijk gesteld dat de lesinhoud de essentie is.
- Het is niet de bedoeling dat de leerkracht zich een weg doorheen de klas moet banen en constant over boekentassen heen moet stappen. Je maant de leerlingen aan om de boekentassen ordentelijk te schikken.
- Tijdens een overhoring zit je niet vooraan maar wandel je tussen de rijen.
- Gebruik als leerkracht de hele klas, blijf niet vooraan op je trede staan. Op deze manier krijgt de leerling de indruk dat het klaslokaal jouw terrein is. De leerling krijgt zo de indruk dat jij de leiding over de klas hebt. Daarnaast sta je op deze manier ook dichter bij de leerlingen. De betrokkenheid verhoogt, en daardoor zullen de belhamels ook voorzichtiger zijn. Een ander voordeel is dat je op deze manier meer controle hebt over hetgeen de leerlingen noteren, maar ook over hetgeen je zelf op bord schrijft.
- Als leerkracht moet je aandacht hebben voor de persoon, niet voor het negatieve gedrag van een leerling. Wanneer straf geven geen oplossing blijkt te zijn en een leerling ‘de clown’ uithangt omdat hij in het middelpunt van de belangstelling wil staan, dan leidt het geven van aandacht niet naar een vermindering maar naar een vermeerdering van het ongewenste gedrag.
3.3 sancties
nemen naar de leerlingen toe
Leerlingen straffen kan op allerlei manieren. Leerlingen
kleineren, punten aftrekken, de hele klas straffen,… Je bent geen graag geziene
figuur wanneer je gebruikt maakt van zulke technieken. Leerlingen zijn zich
bewust dat ze fouten maken en ze beseffen dat ze gestraft moeten worden wanneer
ze te ver gaan. De getuigenis van Tom (10 jaar) maakt dat duidelijk.
Ik moest
mezelf een straf geven toen ik een grote mond had tegen de juf. Da's moeilijk,
hoor! Ik wou mezelf een week van school sturen, maar dat mocht niet. Ik vind
het niet zo erg om straf te krijgen van een aardige leerkracht. Een straf
krijgen zonder dat je je kan verdedigen is om te rotten.»
Het is dus voor
een leerkracht essentieel dat hij weet hoe hij moet omgaan met straffen.
Wat is de taak van
de school in dit verhaal?
Orde en
tucht begint al bij het gebouw, de ruimte, de klassen, de bomen, de toiletten.
Je kan moeilijk verwachten van leerlingen dat ze discipline opbrengen voor
materiaal als de school dat zelf niet doet. Zo heeft het bijvoorbeeld ook geen
zin om met een pestproject te beginnen als leerkrachten zonder respect met
elkaar omgaan. Omgaan is dus een kwestie van geven en nemen. Als je als
leerkracht en als schoolteam onredelijke eisen stelt, dan heb je problemen met
je leerlingen. Een goede, professionele
afsprakencultuur moet dus niet enkel ten opzichte van de leerlingen gemaakt
worden. Ook de leerkrachten moeten op één lijn staan. Ze stellen zich dan op
als begeleidend, pedagogisch team. Een school is immers een leefgemeenschap,
voor alle partijen gelijkwaardig. Het is dan ook een noodzaak om een sfeer te
scheppen waarin iedereen zich gelijk behandelt en goed voelt. Eerlijk,
duidelijk en open je grenzen durven stellen. Gezag is dan niet meer autoritair,
maar democratisch!
Een goed
georganiseerde en gestructureerde leerlingenbegeleiding is het beste middel om
preventief rond discipline en schoolklimaat te werken. Een begeleidend klimaat
werkt immers zo veel beter dan een repressief beleid. In een klassenraad en in
de cel leerlingenbegeleiding kunnen collega’s de situatie in kaart brengen: Wat
is er aan de hand? Welke problemen stellen zich? Welke voorstellen kunnen we
formuleren om tot een oplossing te komen? Hoe gaan we handelen? Evaluatie? Op deze manier ga je systematisch op zoek
naar oplossingen in plaats van systematisch te straffen. Je school gaat
consequent reageren op wat zich voordoet. Het doel daarbij is om jongeren op
lange termijn te brengen tot zelfdiscipline. Pas dan hebben sancties zin! Je
schept een gevoel van veiligheid. Leerlingen voelen zich daar beter bij.
3.3.1 Orde en tucht op een alternatieve
manier stimuleren
In deze paragraaf bespreken we enkele concrete
acties die een school kan ondernemen om een preventief, actief en stimulerend
beleid te voeren.
1. In Turnhout maakt men gebruik van een T-cel en een B-cel. De T-cel houdt
zich bezig met individuele, accute gevallen. De B-cel zorgt voor de
persoonlijke opvolging van de leerlingen in samenspraak met het CLB, de
studiemeesters en de leerkrachten. Er wordt
dus gekozen voor een erg leerlinggerichte aanpak. Ook wordt er bij problemen
contact opgenomen met de ouders van slachtoffer en schuldige. Er wordt
eventueel een handelingsplan en een tijdsschema opgesteld.
2. Ook kan je gebruik maken van tuchtprefecten en groene leerkrachten. De
strategie is om een gezellige babbel met elke leerling apart te organiseren.
Leerlingen komen dan gemakkelijker los over de klassensfeer. Ze durven zich
meer kritisch te uiten. Wie domineert de klas? Wie verpest de sfeer? Je treedt
niet – repressief op en je spreekt hen aan van mens tot mens met als enige
doelstelling de situatie voor iedereen, zelfs de moeilijke leerling beter te
maken. Je neemt de rol van vaderfiguur in, waarbij je enerzijds open staat voor
de problemen van de kinderen en vertrouwen wekt. Anderzijds moeten er ook
duidelijke en concrete afspraken gemaakt worden.
3. Eerder besproken we het belang van inspraak van de leerlingen. Zo’n
participatiestructuur kan je bijvoorbeeld bereiken door aan self – government te doen. Hierbij
verdeel je taken onder de leerlingen. De leerlingen nemen verantwoordelijkheden
op. Zo neemt een verkozen praesidium de coördinatie en organisatie van
activiteiten op zich. Een parlement bestaat uit een raad van vertegenwoordigers
uit alle klassen. Het komt er op aan dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn
voor het ordentelijke verloop van de schoolweek. Iedereen komt aan de beurt.
Centraal in deze aanpak staat respect voor iedereen. De leerlingen leren zelf
een leef – en denkkader te ontwikkelen en afspraken te maken. De school, de
leerkrachten, de ouders ondersteunen het project en volgen het mee op. Leerlingen
krijgen begeleiding, een kader, waarbinnen zij kunnen functioneren, samen
grenzen leren te accepteren en ook te verleggen. Want afspraken zijn zeker niet
strak en onweerlegbaar. Leerlingen worden rechtstreeks geconfronteerd met de
negatieve gevolgen van iemand zijn gedrag. Ze worden zich meer bewust van de
noodzaak aan orde en tucht. Ze krijgen er meer begrip voor. Aspecten als
deelnemen aan het groepsleven, samenhorigheid, solidariteit en een gevoel van
verbondenheid zorgen er voor dat leerlingen beseffen dat discipline een
instrument is om een grote groep leefbaar te houden.
4 bedenkingen en
opmerkingen
De oorzaken omtrent voorgaande problematiek moeten gezien
worden binnen een groter maatschappelijk geheel. Het onderwijs kan niet anders
dan hierin meegaan maar heeft nog een aantal werkpunten voor de boeg.
De prestatiedruk wordt groter en groter. Leerlingen worden
als mens beoordeeld op basis van een cijfer. Meer nog dan vroeger is de school
bepalend voor je toekomst. Onze huidige samenleving is keihard, wie niet meekan
is een mislukkeling. De stromen ASO, TSO en BSO worden nog steeds verre van als
gelijkwaardig beschouwd. Wie niet meekan moet naar BSO. Hierdoor krijgen
leerlingen een enorme druk op de schouders en dit leidt bij gefrustreerde
leerlingen meer dan eens tot probleemgedrag
De typische dorpsschool van vroeger is niet meer. Klassen
waarin eenzelfde dorpsmentaliteit heerst bestaan niet meer, enkel melancholie
rest ons wanneer we aan de tijd van ‘De Witte van Zichem’ en zijn klasgenoten
terugdenken.
Vandaag de dag zijn klassen heterogeen. Leerlingen met een
verschillende afkomst, achtergrond, instelling en belangstelling komen samen.
Gezinssituaties zijn heel uiteenlopend, het traditionele gezin met één papa en
één mama wordt meer en meer uitzondering in plaats van regel. Ons schoolsysteem werkt echter nog steeds te
homogeen, leerkrachten hebben te weinig aandacht en zijn te beperkt
geïnformeerd omtrent de bestaande verschillen, gedragsproblemen zijn daarvan
een logisch gevolg.
5 Voorbeeld van een draaiboek dat kan
geïntegreerd worden in een school:
Opzet van dit
draaiboek is dat het in feite geïntegreerd wordt binnen deze schriftelijke
neerslag. De theorie vormt dan ook een ondersteuning bij het nemen van orde –
en tuchtmaatregelingen in een concrete situatie. De leerkracht in kwestie kan
het ‘stappenplan’ zoals het wordt weergegeven in dit puntje hanteren, en
daarbij ter verduidelijking de theoretische neerslag gebruiken ter
ondersteuning. De bedoeling van dit stukje is ook dat het wordt toegevoegd aan
een groter geheel. Bijvoorbeeld een schoolreglement of een groot draaiboek,
waar ook draaiboeken zijn te vinden over de andere onderwerpen.
Orde en Tucht:
Een ordemaatregel
dient om het gedrag van een leerling bij te sturen en te verbeteren.
Enkele voorbeelden :
1. Je bent niet in orde of je stoort de les : de leerkracht schrijft een nota
in je agenda;
2. je spiekt : je krijgt een nul voor die toets;
3. je gooit een
drankblikje op de speelplaats : je moet de speelplaats opruimen;
4. enz.
Overzicht van de ordemaatregelen :
Door elk personeelslid te nemen:
1. Mondelinge vermaning.
2. Mondelinge
vermaning en schriftelijke nota in de agenda.
3. Straftaak : een extra schriftelijke taak, gemeld aan je ouders via de
agenda.
4. Verwijdering : de leerkracht kan je voor het lopende uur uit de klas
verwijderen als je gedrag de les stoort; je krijgt dan een extra taak en moet
je aanmelden op het leerlingensecretariaat.
Door de directeur of zijn afgevaardigde:
1. Alternatieve straf : bv. opruimen van de speelplaats;
2. Strafstudie : je
komt op woensdagmiddag naar school een taak maken en je ouders werden
verwittigd via je agenda;
3. Schriftelijke
blaam : je ouders krijgen hierover een brief. Na een derde blaam volgt een
tuchtmaatregel.
4. Streng regime
onder de vorm van een contract : een contract wordt opgesteld tussen jou en de
school. Je ouders worden daarvan schriftelijk verwittigd. Bij overtreding krijg
je automatisch een tuchtstraf.
5. Tijdelijke
verwijdering uit bepaalde lessen : tijdens deze uren krijg je extra taken.
Een tuchtmaatregel wordt genomen wanneer je gedrag het ordelijk verloop van het
onderwijs in het gedrang brengt en/of wanneer je gedrag het opvoedingsproject
van onze school verstoort.
Tuchtmaatregelen
worden slechts genomen wanneer ordemaatregelen niet helpen of bij zeer ernstige
overtredingen.
Enkele voorbeelden van ernstige overtredingen :
1. opzettelijk en
blijvend de lessen storen;
2. zware schade van
welke aard ook toebrengen;
3. diefstal plegen;
4. drugs
verhandelen, enz.
Overzicht van
tuchtmaatregelen.
1. Tijdelijke verwijdering uit de school; max. 1 week. Je ouders worden hiervan
vooraf schriftelijk verwittigd; binnen de 3 lesdagen kunnen de ouders overleg
plegen met de directeur.
2. Definitieve
uitsluiting uit de school.
De directeur neemt deze maatregel op advies van de begeleidende klassenraad.
Regels bij het nemen van tuchtmaatregelen.
Vermits dit zeer zware straffen zijn, worden volgende regels zorgvuldig
gevolgd:
1. Een gesprek over de problemen : ook je ouders kunnen uitgenodigd worden en
eventueel een raadsman meebrengen.
2. Je ouders en hun
raadsman hebben het recht je tuchtdossier in te kijken.
3. Vóór de tuchtmaatregel uitgevoerd wordt, moeten je ouders hiervan
schriftelijk verwittigd worden. In deze brief wordt de beslissing uitgelegd.
4. Er mogen geen collectieve uitsluitingen gebeuren en elk geval moet
afzonderlijk onderzocht worden.
5. De tuchtstraf
moet verantwoord zijn en in verhouding staan tot de feiten.
6. Binnen de drie lesdagen na kennisname van de tuchtmaatregel heb je, samen
met je ouders, recht op overleg met de directeur of zijn afgevaardigde.
Opmerking: een leerling die uit de school werd verwijderd, kan
het volgend schooljaar slechts opnieuw worden ingeschreven na gunstig advies
van de begeleidende klassenraad.
6 bibliografie
1 ALGEMENE
WERKEN
- VAN ACKER, J., Probleemgedrag in de klas en agressie op school, Uitgeverij de Boeck
- VAN GEEL V., De orde in orde, Uitgeverij Zwijzen
- DRIESEN L., Straffen?, Uitgeverij Apeldoorn
- BIDDULPH S., Jongens, hoe voed je ze op? Uitgeverij Elmar
2
INTERNETADRESSEN
3
TIJDSCHRIFTARTIKELEN
- Waar komen de problemen vandaan?, Klasse voor leerkrachten, december 1991, p. 5-6